Lingo
Je moet de lingo kunnen lezen / begrijpen zodat je de opdrachten kunt maken, anders snap je niet wat er staat. Je krijgt geen vragen over deze theorie op zich.
- class
- instance
- constructor
- this
- property
- method
Gebruiken en ombouwen bestaande class
Wat moet je kunnen?
- met het keyword
new
een nieuwe instance maken - deze instance toekennen aan een variabele (member) zodat je ermee door kunt programmeren
- properties toevoegen, constructor aanpassen, methods schrijven
Nieuwe class schrijven
Wat moet je kunnen?
- het ombouwen van bestaande code met variabelen en functies tot een class met properties en methods
Arrays van Instances
Wat moet je kunnen?
Een array maken om instances in te bewaren. Maak nieuwe instances met new
en voeg ze toe aan de array met push
. Verwijderen met pop
of shift
.