Lingo

Je moet de lingo kunnen lezen / begrijpen zodat je de opdrachten kunt maken, anders snap je niet wat er staat.

  • class
  • instance
  • constructor
  • this
  • property
  • method

Gebruiken en ombouwen bestaande class

  • met het keyword new een nieuwe instance maken
  • deze instance toekennen aan een variabele (member) zodat je ermee door kunt programmeren
  • propertes toevoegen, constructor aanpassen, methods schrijven

Nieuwe class schrijvenq

  • het ombouwen van bestaande code met variabelen en functies naar een class met properties en methods

Arrays van Instances

Een array maken om instances in te bewaren. Maak nieuwe instances met new en voeg ze toe aan de array met push. Verwijderen met pop en shift.